LEEUWARDEN, 27 januari - Particuliere kaasgrossiers zijn tegenwoordig nauwelijks meer in onze stad te vinden. Daarmee zijn ook de vele kaaspakhuizen die Leeuwarden ooit rijk was van de aardbodem verdwenen. Wie heeft er nooit tegenop gekeken, tegen die -meestal aan de buitenkant wit geverfde- kaasopslagplaatsen die veelal prominent in het stadsbeeld aanwezig waren.
Stank
Het beeld van het kaaspakhuis van Tamminga, direct na de overweg, staat veel Leeuwarders nog helder voor ogen. De 'handel' werd via de Smidsbuurt aan- en afgevoerd. Maar er waren meer particuliere ondernemers die hun brood verdienden met het goudgele broodbeleg. Vanuit de pakhuizen van Grondsma in de Schoolstraat werden we zelfs in de klaslokalen van de Brugschool met de doordringende kaasgeur geconfronteerd. Nadat Grondsma er zijn biezen had gepakt werden de pakhuizen omgetoverd tot het gemeentelijke jongerencentrum Hippo.
Strategisch
De Brugschool stond wel op een bijzonder strategische plek om optimaal te genieten van de kaaslucht. Aan de achterkant waren er in ieder geval al twee pakhuizen. In de gevel van het pakhuis van Weerstra in de Arendsstraat werd een gevelsteen 'Inde Svarte Aerndt' aangebracht. Vóór 1900 sierde die één van de bouwvallige woninkjes aan het Arendsklooster die in het begin van de twintigste eeuw het loodje moesten leggen om ruimte te maken voor het pakhuis. Aan de andere kant van de Arendsstraat stond de kaasopslagplaats van Betz & Jay. Vanaf de stadsgracht waren deze pakhuizen, in de bocht van de Westerkade beeldbepalend, maar helaas ook al niet meer aanwezig. Ze hebben plaatsgemaakt voor appartementen, waarbij de architect nagenoeg dezelfde hoogte heeft aangehouden van de verdwenen opslagplaatsen. Qua architectuur is deze nieuwbouw niet echt bijzonder, maar valt het gelukkig in het stadsbeeld én in de omgeving niet echt uit de toon.
Wagenplein
Steken we de Willemskade over van noord naar zuid dan konden we daar vroeger via het Wagenplein het Oude Veemarktterrein bereiken. Want vanaf die kant (nu AEGON) van de Langemarktstraat waren de massieve kaaspakhuizen van de Firma A. K. de Groot niet te missen. Nu lukt dat niet meer omdat de kantoren van FBTO en Achmea het voormalige Wagenplein hebben weggedrukt. De Avérotoren steekt zelfs ruim zevenenzeventig meer hoog de lucht in. Foto's van vroeger moeten ons weer even wegwijs maken in het woud van deze kantoorkolossen. Hoe was het ook al weer!
'Keeskeskeren'
Naar de nog grootschaliger kaaspakhuizen van de Frico aan de Snekertrekweg zoeken we eveneens tevergeefs. Terwijl er toch honderden middelbare scholieren vroeger veel vakantiebaantjes konden vinden. Vooral bij het 'keeskes keren' kon de kaasfabriek wel wat 'domme' handjes gebruiken. Kleinere kaashandelaren (en hun opslag) vonden we ook nog bij de firma Andringa op de Druifstreek (nu restaurant Het Leven). Op de Nieuweburen zat dan nog Andries Haringsma, die op enig moment zijn handel heeft overgedaan aan de grote 'broer' (Frico) en lekker stil is gaan leven.
De laatste der Mohikanen
De laatste actieve kaasexporteur van Leeuwarden vinden we in de historische binnenstad. Het pand als zodanig valt nauwelijks op aan het Zwitserswaltje, het opmerkelijke uithangbord van de Ve-Bo, des te meer. Het kleine, maar unieke bedrijf dat achter deze gevel zit exporteert zijn bijzondere kaassoorten voornamelijk naar Amerika en Canada. Eigenaar Teun de Wind ken ik nog van onze eerste jaren op 'skool 14' in de Tjerk Hiddessstraat. Hij hoeft na zijn pensionering niet meer van de kaashandel te leven, maar gaat toch nog maar even door, want zoals een vroegere collega hem al zei: `As je één keer inne kees sitte, komst der noait meer los fan'.
Jaap de Groot
Mooi verhaal over Kees.
Vraagje:Heeft iemand nog een foto van kaaspakhuis Grondsma in de Schoolstraat?
Laat het me weten svp.
Geplaatst door anton postma op 30-9-2014 20:28
Meld als ongepast